Paragraaf financiering
Algemeen
De financiering van gemeenten wordt gereglementeerd door de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). De Wet fido en Ruddo beogen het bevorderen van een professionele en verantwoorde financiering bij gemeenten, met als direct uitgangspunt het beheersen van renterisico’s. De beheersing van de risico’s uit zich concreet in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beiden beogen de renterisico’s te begrenzen.
Beleidsvoornemens ten aanzien van risicobeheer van de financieringsportefeuille
De doelstellingen met betrekking tot het financieringsbeleid zijn:
- het verkrijgen en behouden van een duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
- het tegengaan van ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s (van vaste en vlottende schuld), kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s;
- het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten;
- het minimaliseren van de rentekosten van de financiering.
De beheersing van de financieringsportefeuille wordt vooral via de instrumenten kasgeldlimiet en renterisiconorm uitgevoerd.
Kasgeldlimiet
Zoals eerder aangegeven is één van de uitgangspunten van de Wet fido het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. Om een grens te stellen aan korte financiering (looptijd tot 1 jaar) is in de Wet fido een wettelijk toegestane norm, de kasgeldlimiet, opgenomen. De limiet is bepaald als een percentage (8,5%) van het totaal van de begroting. De doelstelling is om maximaal gebruik te maken van de kasgeldlimiet, omdat kort geld in het geval van een normale rentestructuur goedkoper is dan lang geld.
De kasgeldlimiet 2018 bedraagt voor de gemeente Dronten 8,5% van € 108.700.000 (begroting 2018) = € 9.239.500.
Per kwartaal wordt de gemiddelde liquiditeitspositie, berekend op basis van de drie kwartaalmaanden, getoetst aan het bedrag van de kasgeldlimiet. Voor de interne bedrijfsvoering blijven de kwartaalrapportages van belang voor het signaleren van overschrijdingen. Als de gemiddelde liquiditeitspositie van de drie achtereenvolgende kwartalen drie maal de kasgeldlimiet overschrijdt dan dient de gemeente de drie kwartaalrapportages toe te zenden aan de toezichthouder. Dit moet dan zo ruim mogelijk voorafgaand aan de derde overschrijding, met daarbij een plan van aanpak om weer te gaan voldoen aan de kasgeldlimiet. De toezichthouder kan, indien hij het plan ontoereikend acht, bepalen dat zijn toestemming is vereist voor het aangaan van nieuwe korte leningen.
Renterisiconorm
De renterisiconorm geeft aan dat het totaal van de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer mag bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Dit betekent dat jaarlijks niet meer dan 20% van begrotingstotaal mag worden afgelost. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering.
De gemeente blijft voor 2018 ruimschoots binnen de gestelde renterisiconorm.
Renteschema
Het verschil met de werkelijk aan de taakvelden toegerekende rente en de renteomslag bedraagt minder dan 20%. Er is vanuit de notitie Rente van de commissie BBV daarom geen correctie noodzakelijk. Deze correctie is verplicht bij een afwijking van 25% of hoger.
Renteschema 2018 | |||||
---|---|---|---|---|---|
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | € 968.183 | |||
b. | De externe rentebaten over de korte en lange financiering | - | € 1.526.311 | ||
Saldo rentelasten en rentebaten | -€ 558.128 | ||||
c1. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | - | € 759.674 | ||
c2. | De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | - | € - | ||
c3. | De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | + | € - | ||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | -€ 1.317.802 | ||||
d1. | Rentelasten over eigen vermogen | + | € 3.729.521 | ||
d2. | Rentelasten over voorzieningen | + | € 1.235.613 | ||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | € 3.647.332 | ||||
e. | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | - | € 2.913.789 | ||
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury | € 733.543 |