Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
In december 2017 is een geactualiseerde Nota Risicomanagement door de raad vastgesteld, waarin het beleid weerstandsvermogen en risicobeheersing is vastgelegd.
De risico’s worden halfjaarlijks geactualiseerd bij de begroting en de jaarstukken. Risico’s met een financieel gevolg zijn beoordeeld en opgenomen in de risico-inventarisatie van deze paragraaf. De risico’s zoals voorzien in deze Jaarstukken 2018 zijn geactualiseerd, mede op basis van de Begroting 2019.
Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Dronten om niet-reguliere kosten die onverwacht en substantieel zijn op te kunnen vangen teneinde de taken te kunnen voortzetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen financiële maatregelen zijn getroffen en die van grote betekenis kunnen zijn op de financiële positie van de gemeente.
De paragraaf Weerstandsvermogen delen we op in de volgende onderdelen:
- Weerstandscapaciteit;
- Risico-inventarisatie;
- Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit;
- Kengetallen BBV;
- Interbestuurlijk toezicht (IBT).
Weerstandscapaciteit
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit wordt gedefinieerd als: "het geheel aan beschikbare en vrij aanwendbare financiële middelen om mogelijke risico's met financieel gevolg op te kunnen vangen". Er wordt daarbij het volgende onderscheid gemaakt in:
- Een incidentele component: de ruimte om onverwachte eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat deze invloed hebben op de voortzetting van gemeentelijke taken;
- Een structurele component: het vermogen om onverwachte structurele tegenvallers in de begroting op te vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken.
Incidentele componenten
De incidentele componenten van het weerstandsvermogen bestaan uit:
- De algemene reserve;
- De post onvoorzien eenmalig;
- De stille reserves.
1. Algemene reserve
In de nota Reserves en voorzieningen 2016 is als norm vastgelegd dat de gemeentelijke risicobuffer tenminste 10% van de gemeentelijke exploitatie moet bedragen. Met een exploitatiebegroting (primitief) van € 108,7 miljoen in 2018 moet de buffer dus minimaal € 10,9 miljoen zijn. De Algemene reserve (na toevoeging gerealiseerd resultaat 2018) is ultimo 2018 in totaal € 66,1 miljoen afgerond en dus ruim hoger dan deze norm. Dit geldt ook voor de komende jaren.
2. Post onvoorzien eenmalig
Jaarlijks wordt binnen de begroting rekening gehouden met een raming voor onvoorziene uitgaven van € 3,50 per inwoner. Dat maakt dat in de begroting een post onvoorzien is opgenomen van € 142.000 voor incidentele uitgaven. Hiervan is € 137.250 besteed in 2018 aan tien onderwerpen en resteert € 4.750.
3. Stille reserves
Stille reserves zijn activa die onder de opbrengstwaarde of tegen nul op de balans zijn gewaardeerd. Dat betekent dat de boekhoudkundige waarde lager is dan de reële waarde. Indien de activa verkoopbaar zijn, is de opbrengst bij eventuele verkoop dan éénmalig vrij inzetbaar. In praktijk zijn stille activa echter vaak niet verkoopbaar. Stille reserves van de gemeente Dronten worden daarom op voorhand niet meegenomen bij het bepalen van de weerstandscapaciteit.
Tabel incidentele componenten
In de volgende tabel is aangegeven wat de weerstandscapaciteit is voor het incidenteel opvangen van exploitatietekorten en onvoorzienbare ontwikkelingen:
Incidentele weerstandscapaciteit (Algemene dienst) | 1-1-2018 | 31-12-2018 |
---|---|---|
Algemene reserve* | 59.978.836 | 66.129.271 |
Onvoorzien | 79.592 | 4.750 |
Stille reserves | p.m. | p.m. |
Totaal | 60.058.428 | 66.134.021 |
* De stand van de Algemene reserve op 1-1-2018 is na definitieve verwerking van het resultaat 2017. De stand op 31-12-2018 is de stand na resultaatbestemming 2018 conform het voorstel bij de Aanbieding van deze jaarstukken 2018 .
Structurele componenten
Onder de structurele componenten van de weerstandscapaciteit vallen:
A) De onbenutte belastingcapaciteit;
B) De post onvoorzien structureel.
A) Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Dronten kan onderverdeeld worden in:
- Onroerende Zaakbelastingen (OZB);
- Riool- en afvalstoffenheffing;
- Leges en andere heffingen.
1. OZB
De OZB is de belangrijkste lokale belasting. Weliswaar gelden geen maximumtarieven en maximumstijgingspercentages, maar dat betekent niet dat de gemeente zo maar de tarieven mag verhogen. Om de onbenutte belastingcapaciteit van Dronten te bepalen wordt de volgende definitie gehanteerd: de onbenutte belastingcapaciteit kan worden gedefinieerd als het bedrag dat nog aan extra inkomsten kan worden gegenereerd voor het geval zich tegenvallers voordoen. Daarbij wordt uitsluitend rekening gehouden met de onroerendezaakbelastingen, aangezien de meeste andere belastingen en heffingen kostendekkend of substantieel van geringe betekenis zijn. Voor de berekening van de omvang van de onbenutte belastingcapaciteit wordt de ruimte in aanmerking genomen tussen de eigen tarieven (volgens deze jaarstukken) en het normtarief voor de zgn. artikel 12-gemeenten van 0,1952% (Meicirculaire 2017).
Conclusie: Dronten heeft een structurele weerstandscapaciteit van € 1.154.220 in de exploitatie. Dit betreft de onbenutte belastingcapaciteit.
2. Riool- en afvalstoffenheffing
De riool- en afvalstoffenheffing zijn heffingen voor het gebruik van de riolering en voor het inzamelen van afval. De wet geeft aan dat de (meerjarige) baten niet hoger mogen zijn dan de (meerjarige) lasten.
Het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2016 is de basis voor het toekomstig onderhoud aan de riolering. Er is een voorziening Rioolbeheer gevormd om de toekomstige lasten voor het GRP af te dekken. De voorziening Rioolbeheer bedraagt € 18,2 miljoen per ultimo 2018. De voorziening is ontstaan door een overdekking op het rioolbeheer in de afgelopen jaren. In het GRP is aangegeven hoe de rioolheffingen zich de komende jaren ontwikkelen. Dit houdt in dat op dit moment geen rekening is gehouden met een onbenutte belastingcapaciteit binnen de rioolheffingen.
Voor de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt 100% kostendekkendheid van de afvalbeheerkosten, waarbij jaarlijks het overschot of tekort wordt verrekend met de egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing. Het saldo van deze egalisatievoorziening wordt weer ingezet om de tarieven (incidenteel) te verlagen of om toekomstige kosten te dekken. De egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing bedraagt afgerond € 0,7 miljoen per ultimo 2018. Aangezien uitgegaan wordt van maximale kostendekkendheid is geen sprake van een onbenutte belastingcapaciteit voor de afvalstoffenheffing.
3. Leges en andere heffingen
Uitgangspunt van de leges en andere heffingen is maximale kostendekkendheid van de kosten. Hier is dus geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit.
B) Post onvoorzien structureel
De post structureel onvoorzien is bedoeld om onvoorziene structurele uitgaven te kunnen afdekken. De gemeente Dronten kent geen structurele stelpost voor onvoorzien.
Risico-inventarisatie
Risico-inventarisatie
Een risico is een kans op het optreden van een gebeurtenis met een bepaald (negatief) gevolg. Tot de risico’s behoren alle zaken van materiële betekenis voor de financiële situatie, waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd, geen verzekeringen zijn afgesloten of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid.
De gemeentelijke risico’s zijn in te delen in twee hoofdgroepen:
- Risico's afkomstig buiten de eigen organisatie, macro-economisch gebonden risico’s (exogene risico’s);
- Risico's binnen de eigen organisatie, organisatiegebonden risico’s (endogene risico’s).
Daarnaast maken we onderscheid in risico's met een structureel gevolg en risico's met een incidenteel gevolg.
Risicokaart
In onderstaande risicokaart zijn de risico’s opgenomen, onderverdeeld naar kans en impact, waaruit de risicoscore wordt bepaald op basis van kans-score x impact-score. Het aantal risico’s is in onderstaande risicokaart vermeld:
Risicokaart DrontenIMPACT (in euro's) | ||||||
< 49.999 | 50.000 tot 99.999 | 100.000 tot 249.999 | 250.000 tot 499.999 | > 500.000 | ||
Score 1 | Score 2 | Score 3 | Score 4 | Score 5 | ||
K | Zeer groot | |||||
Groot | 1 | 1 | 2 | |||
Gemiddeld | 1 | 1 | 1 |
| ||
Klein | 1 | 2 | 1 | |||
Zeer klein | 3 | 3 | 5 | 2 | 3 |
Leeswijzer: het getal 3 rechtsonder op de kaart geeft aan dat er drie risico’s zijn geformuleerd met impact-score 5 en kans-score 1. Deze drie risico’s hebben een risicoscore van 5 x 1 = 5.
Risicoscores
In onderstaand schema zijn de risico’s inclusief risicoscore vermeld. De gewijzigde risico’s en risico’s met een hoge risicoscore (8 en hoger) worden nader toegelicht:
Omschrijving risico's: | Programma | Verwachte kans | Verwachte impact | Incidenteel of structureel | Risicoscore |
---|---|---|---|---|---|
Exogene risico's: | |||||
Uitkeringen van het Rijk | 0 | 70 | ↑ 1.000.000 | Structureel | 20 |
Transities Sociaal Domein | 6 | 80 | ↓ 1.000.000 | Structureel | 20 |
Exploitatietekort Wsw IMpact | 6 | 70 | ↓ 150.000 | Structureel | 12 |
Bodemsaneringen | 7 | 20 | 500.000 | Incidenteel | 5 |
Leerlingenvervoer | 4 | 40 | 50.000 | Structureel | 4 |
Bijstand zelfstandigen | 6 | 50 | 30.000 | Structureel | 3 |
Inkomensdeel Participatiewet | 6 | ↓ 20 | ↓ 100.000 | Structureel | 3 |
Renteontwikkelingen | 0 | 10 | 50.000 | Structureel | 2 |
Endogene risico's: | |||||
Leges omgevingsvergunning (bouw) | 8 | 70 | 300.000 | Structureel | 16 |
Bijdrage aan negatief resultaat grondexploitaties | 8 | 50 | 4.000.000 | Incidenteel | 15 |
Personeel, krapte arbeidsmarkt - nieuw | 0 | 50 | 300.000 | Structureel | 12 |
Kosten ICT | 0 | 50 | 100.000 | Structureel | 9 |
Personeel (politiek verlof c.q. detachering/terugkeergarantie) | 0 | 40 | 200.000 | Structureel | 6 |
Garantstellingen OFW (WSW) | 8 | 1 | 1.060.000 | Incidenteel | 5 |
Garantstelling HVC | 7 | 10 | 1.050.000 | Incidenteel | 5 |
Aansprakelijkheidsclaim | 0 | 10 | 250.000 | Incidenteel | 4 |
Procedures subsidies | 5 | 40 | 50.000 | Incidenteel | 4 |
Toereikendheid VZ Afvalstoffenheffing | 7 | 1 | 250.000 | Incidenteel | 4 |
Garantstelling IMpact | 6 | 10 | 240.000 | Incidenteel | 3 |
Overige garantstellingen | 0 | 5 | 110.000 | Incidenteel | 3 |
Gladheidbestrijding | 2 | 20 | 100.000 | Incidenteel | 3 |
Europese aanbestedingen | 0 | 10 | 150.000 | Incidenteel | 3 |
Minimabeleid | 6 | 10 | 50.000 | Structureel | 2 |
Gebruik accommodaties | 0 | 5 | 50.000 | Incidenteel | 2 |
Schade vandalisme | 0 | 40 | 30.000 | Incidenteel | 2 |
Lagere inkomsten begraafplaats | 7 | 20 | 30.000 | Structureel | 1 |
Re-integratieprocedure personeel | 0 | 5 | 40.000 | Incidenteel | 1 |
Kosten bestuursdwang | 0 | 10 | 15.000 | Incidenteel | 1 |
Project MFC Swifterbant | 8 | 0 | 0 | vervallen | 0 |
Hogere lasten i-NUP/BRP | 0 | 0 | 0 | vervallen | 0 |
Totaal | 11.005.000 | ||||
* Risico’s van grondexploitaties worden apart berekend in de perspectiefnota. |
Toelichting gewijzigde risico's en risico's met een risicoscore >8
Risico Uitkeringen van het Rijk - gewijzigd ivm stelpost BCF compensatiefonds -
Toelichting
De Algemene uitkering gemeentefonds is afhankelijk van de Rijksuitgaven (samen de trap op en samen de trap af) en van wijzigingen in het verdeelmodel van de Algemene uitkering. Forse kortingen kunnen leiden tot een meerjarig niet sluitende begroting.
In de Meicirculaire 2018 is gekozen voor een andere systematiek voor de ruimte onder het plafond BCF. Het bevoorschotten hiervan is vervallen. Dit levert voor Dronten een nadeel op dat oploopt van bijna € 1 miljoen in 2019 naar ruim € 1,6 miljoen in 2022. De uitkering Sociaal Domein (vanaf 2019 ook grotendeels ondergebracht in de Algemene uitkering) wordt in dit risico niet meegenomen. De kortingen en financiële effecten daarvan zijn onderstaand benoemd onder het risico transities Sociaal Domein.
Beheersmaatregel
De Algemene uitkering is bij de Meicirculaire 2018 ten opzichte van de Maartcirculaire 2018 meerjarig in negatieve zin bijgesteld waardoor de uitkering lager uitvalt dan in de Kadernota 2019 was berekend. Dit kon deels opgevangen worden vanuit de stelpost IBP.
Voor het vervallen van de bevoorschotting BCF is gekozen een stelpost in de begroting op te nemen van € 500.000 in 2019 en 2020 en € 1 miljoen in 2021 en 2022. Het opnemen van een stelpost is toegestaan. Het is echter onzeker of de uitkering BCF in de jaren 2019-2022 deze hoogte zal bedragen. Daarom is het risico op de uitkeringen van het Rijk verhoogd met € 500.000.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
Het risico heeft zich niet in 2018 voorgedaan echter is het risico wel groter is geworden. Om deze reden wordt in de Kadernota 2020 de geraamde opbrengsten uit ruimte onder het BCF-plafond naar beneden bijgesteld. Het risico blijft daarna van gelijke omvang.
Risico Transities Sociaal Domein - gewijzigd -
Toelichting
Het financiële risico op de transities Sociaal Domein is dat de taken niet binnen de overgedragen rijksbudgetten kunnen worden uitgevoerd. Onderstaand worden de risico's per transitie (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet) nader toegelicht.
Beheersmaatregel
Eind 2014 is een bestemmingsreserve transities Sociaal Domein gecreëerd om overgangskosten en tekorten in de eerste jaren te kunnen opvangen. Deze bestemmingsreserve is medio 2018 volledig ingezet om begrote tekorten en incidentele kosten te dekken. In 2018 is het beleid Sociaal Domein geëvalueerd. Daarbij zijn ook financiële scenario's uitgewerkt om in de periode 2019-2022 te komen tot een sluitende begroting binnen het Sociaal Domein. In deze begroting zijn de budgetten opgenomen conform het gekozen scenario 2 uit het rapport Berenschot. Om dit mogelijk te maken wordt extra geïnvesteerd in de maatschappelijke agenda via de stelpost IBP die bij de Kadernota 2019 is opgenomen. Bij de Jaarstukken 2017 is 5 miljoen uit het jaarrekeningresultaat 2017 gestort in de bestemmingsreserve Sociaal Domein om daarmee de te verwachten tekorten in 2019 en 2020 te kunnen afdekken. Hierdoor is het gevolg van het risico voor deze jaren verlaagd naar 1 miljoen euro.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
Met name bij jeugd is de besparingsopdracht 2018 nog niet behaald (zie risico’s jeugdwet).
Risico’s Wmo
Toelichting
De Wmo bevat onder meer de volgende risico’s:
- Het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo neemt toe;
- Een wijziging van nieuwe wetgeving over de eigen bijdragen kan een aanzuigende werking hebben op het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo;
- Meer gebruik van duurdere zorg dan verwacht;
- Juridische risico’s (toename bezwaarschriften/uitspraken Centrale Raad van Beroep);
- Onvoldoende gebruik van voorliggende algemene voorzieningen;
- Toename van verwarde mensen in schrijnende omstandigheden;
- Toename van ontregelde huishoudens van mensen met verstandelijke beperkingen en/of geestelijke gezondheidsproblemen;
- Faillissement zorgaanbieders.
Beheersmaatregel
Om bovenstaande risico’s te beperken zijn de volgende maatregelen getroffen:
- Door de eenduidige toegang en werkwijze werken we integraal, vraag- en resultaatgericht. Oplossingen zullen meer gevonden worden in het sociaal netwerk en algemene voorzieningen. We werken samen in het, waar nodig, opstellen van één plan van aanpak voor ondersteuning en zorg van inwoners;
- Met de doorontwikkeling van het interventieteam en de samenwerking met verschillende partijen wordt ingezet op het verbeteren van de samenwerking tussen het interventieteam en de crisisdienst van de GGZ. In regionaal verband wordt het functioneren van de crisisdienst GGZ besproken en afspraken gemaakt over oplossingen;
- De gemeente contracteert aanbieders via een nieuwe aanbesteding met ingang van 1-1-2019. Wij sturen op een palet aan aanbieders om risico te spreiden zodat ingeval van faillissement andere aanbieders de cliënten kunnen overnemen en continuïteit van zorg voor onze inwoners zoveel mogelijk gegarandeerd wordt.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
Nee
Risico’s Jeugdwet
Toelichting
De realisatie 2018 is nagenoeg gelijk aan die van 2017. De besparingsopdracht 2018 is niet gerealiseerd. De opdracht voor 2019 zal daardoor een grotere omvang hebben dan geraamd. Dit leidt tot een groter financieel risico op het sociaal domein.
Bij de Jeugdwet is daarnaast ook sprake van het risico dat de uitvoering van beleid niet de gewenste resultaten geeft of leidt tot ongewenste resultaten. Dit risico heeft zich tot nu toe beperkt voorgedaan. De instroom in de eerste helft van 2018 was gelijk aan die van 2017.
Beheersmaatregel
De gemeente Dronten heeft voor 2019 berekend of een aanvraag voor de compensatieregeling voogdij aan de orde is maar dit blijkt niet het geval. Ook is beoordeeld of Dronten aan de voorwaarden voldoet om een aanvraag in het kader van de ‘stroppenpot’ in te dienen, en de ingediende aanvraag is inmiddels gehonoreerd voor een bedrag van € 1.017.924. Daarnaast heeft de regio Flevoland geld ontvangen uit het transformatiefonds jeugdhulp (3 jaar lang circa € 1.000.000).
Vanaf de tweede helft van 2018 neemt de instroom geleidelijk af. Samen met de toegang zijn wij actief om deze ontwikkeling vast te houden. Het is niet aan te tonen of deze daling een autonome ontwikkeling is en/of een gevolg van de besparingsopdracht. Feit is wel dat de ontwikkeling conform het gewenste beleid is.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
Hoewel er een daling bij de instroom zichtbaar is heeft dit nog niet geleid tot het gewenste financiële resultaat. Ten opzichte van de begroting is voor de zorg 2018 een overschrijding gerealiseerd van € 200.405.
Risico’s Participatiewet
Toelichting
Voor de nieuwe beleidscyclus 2019–2022 wordt er gewerkt met de strategie Sociaal Domein en de daaraan gekoppelde themaplannen. Dit gebeurt binnen de financiële kaders vanuit de kadernota 2019. De risico’s voor de Participatiewet liggen bij het al dan niet succesvol implementeren van de maatregelen die zijn benoemd voor de uitvoering van de Participatiewet binnen de genoemde financiële kaders.
Beheersmaatregel
Met de verschillende producten binnen de P&C-cyclus wordt gemonitord of de maatregelen succesvol worden geïmplementeerd.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
In 2018 is de uitvoering binnen de financiële kaders gebleven.
Risico op bijdrage in exploitatietekort werkvoorzieningschap IMpact (Wsw) -gewijzigd-
Toelichting
IMpact voert de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit voor de gemeenten Kampen en Dronten via een gemeenschappelijke regeling. Daarnaast richt IMpact zich o.a. op de brede doelgroep uit de Participatiewet en Wajongers.
De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling dragen naar rato bij aan een eventueel exploitatietekort. Dronten draagt 25% van de tekorten van IMpact. Meerjarig loopt het begrote tekort op de Wsw op van 1,23 miljoen in 2019 naar 1,35 miljoen in 2022, waardoor het risico op een bijdrage voor Dronten oploopt van € 308.000 tot € 338.000. Daarnaast staat de gemeente vanaf 2011 garant voor geldleningen van IMpact bij de BNG. Voor die garantstelling heeft Dronten een 1e hypotheek gevestigd op de bedrijfslocatie van IMpact in Dronten. Dit risico is onder garantstellingen opgenomen.
Beheersmaatregel
IMpact heeft een nieuw Ondernemingsplan opgesteld in 2017 voor de jaren 2018 – 2021. In dit plan stelt IMpact een scenario ‘Lokaal investeren’ voor. Hierin ligt de koers voor de toekomst waarmee antwoord gegeven wordt op de toegevoegde waarde en de betaalbaarheid. De gemeenten volgen en beoordelen de ontwikkelingen bij IMpact aan de hand van maandrapportages. In de kadernota 2019 is voorgesteld om voor de meerjarenbegroting Dronten rekening te houden met een jaarlijkse bijdrage in het exploitatietekort van € 160.000 (conform de eindafrekening 2017). Daarbij is ook rekening gehouden met het Lage Inkomensvoordeel (berekening UWV 2017). Het verschil met de meerjarenbegroting 2019-2022 van IMpact (gemiddeld € 163.000) is als risico opgenomen.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
In 2018 was voorzien in een tekort van € 386.199. Het werkelijke tekort 2018 is € 239.914 geweest. Ten opzichte van de begroting 2018 is sprake van een voordeel van € 146.285.
Risico inkomensdeel P-wet -gewijzigd-
Toelichting
Met ingang van 2017 is de Rijksbijdrage voor Dronten verhoogd. Dit op basis van het (nieuwe) objectieve verdeelmodel 2017. Er wordt nog een verdere doorontwikkeling van het model 2017 verwacht. Dit omdat het model een aantal moeilijk te verdisconteren uitschieters laat zien. Deze stapelings- en interactie effecten zullen dan ook door de raad van financiële verhoudingen nader onderzocht worden, waarbij twijfel is over de toereikendheid van het macrobudget. De uitschieters zitten niet in de aantallen, maar in het budget. Dit duidt op prijseffecten. De raad voor financiële verhoudingen wil onderzoeken of het mogelijk is de prijscomponent en in het bijzonder de factor deeltijdwerk te objectiveren.
Voor 2015 en 2016 was de uitkering voor Dronten flink lager uitgevallen. Het beeld over 2017 en 2018 valt een stuk positiever uit. De uitstroom is in 2017 en 2018 iets hoger dan de instroom waardoor het aantal personen lager uitvalt dan begroot. Doordat het ons lukt veel mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen, zijn er relatief veel uitgaven op grond van de loonkostensubsidie.
Of dit beeld ook vastgehouden kan worden is onzeker. Tekorten tot en met 5 procent moeten binnen de eigen begroting opgelost worden. Voor tekorten tussen de 5 en 12,5 procent is een Rijksbijdrage mogelijk.
Beheersmaatregel
In de uitvoering zetten we optimaal in op de poortwachtersfunctie, arbeidsbemiddeling en handhaving om instroom te beperken en uitstroom te bevorderen en daarmee de uitgaven op het inkomensdeel te beperken.
In 2013 is de bestemmingsreserve Inkomensdeel ingesteld. Voor incidentele overschrijdingen wordt deze bestemmingsreserve ingezet. De reserve is gemaximaliseerd op 1,5 miljoen euro. Deze stand is in 2018 bereikt. Hierdoor wordt de kans als laag ingeschat en is de impact verlaagd naar € 100.000.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
Nee
Risico leges omgevingsvergunningen
Toelichting
De inkomsten op leges omgevingsvergunningen (activiteit bouw) blijven de afgelopen jaren regelmatig achter op de begrote inkomsten. Ook de wetswijziging in november 2014 voor vergunningsvrij bouwen en het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen 2017 leiden mogelijk tot lagere inkomsten. Het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het Bouwen (WKB) zal in 2018 gefaseerd in werking treden. Er is een aantal onderzoeken verschenen naar de verwachte effecten voor de gemeenten. Er zullen een aantal taken verdwijnen en hierdoor ontstaat tijd voor taken die nu niet of onvoldoende aandacht krijgen. De verwachting is dus niet direct formatieve gevolgen, maar een direct effect is wel een te verwachten nadelig financieel effect van gemiddeld 17% op de legesinkomsten voor bouwwerken gevolgklasse 1 (voor Dronten zou dit een nadeel van € 180.000 betekenen). Als uiteindelijk het wetsvoorstel definitief is kan pas goed ingeschat worden wat de werkelijke effecten zijn voor de gemeenten.
Beheersmaatregel
Bij de legesverordening 2016 is besloten de legestarieven omgevingsvergunningen voor 3 jaar (2016-2018) met 10% te verhogen waarmee de maximale kostendekkendheid van deze leges beter wordt benaderd en de inkomsten beter aansluiten bij de begroting.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
Het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb) is met 2 jaar uitgesteld en sluit aan met de invoering van de Omgevingswet. De wetswijziging van november 2014 voor vergunningsvrij bouwen heeft geresulteerd op minder aanvragen en dus minder legeskosten. Zodra er meer duidelijkheid is over het vaststellen van het Wkb, kan er een inschatting gemaakt worden van de verwachte (financiële) effecten voor de gemeenten.
Risico grondexploitatie: risico op tekorten voor algemene dienst
Toelichting
Wanneer tekorten en afwaarderingen in de grondexploitatie niet binnen de algemene reserves van de grondexploitatie kunnen worden opgevangen, dient vanuit de algemene reserve een aanvulling plaats te vinden op de algemene reserve Grondexploitatie. De stand van de reserve grondexploitatie per 1-1-2019 bedraagt € 0. De woningmarkt vertoont een herstel. Dit is ook verwerkt in het woningbouwprogramma dat in juni 2016 is vastgesteld (woonvisie 2016-2021). Bij de uitgifte van de bedrijventerreinen in 2018 zien we de effecten van het huidige lichte economisch herstel terug in de verkoop van 0,9 ha bedrijfskavels. In 2018 zijn de voorbereidingen opgestart voor de verdere ontwikkeling van het Hanzekwartier. Keuze zal moeten worden gemaakt of wij actief deze ontwikkeling gaan oppakken. Voorlopige berekeningen geven aan dat deze ontwikkeling niet met een positief resultaat kan worden ontwikkeld.
In november 2016 is een nieuwe nota grondbeleid aan de raad aangeboden waarin de wijzigingen BBV en VpB zijn verwerkt. De gewijzigde voorschriften van de BBV en de daaruit volgende noodzakelijke beheermaatregelen voor complexen met een looptijd langer dan 10 jaar vormen een aanzienlijk risico. Ook de gevolgen van de invoering van de Wet op de Vennootschapsbelasting (VpB) hebben een negatief effect op de geprognosticeerde resultaten. Bij het opstellen van de perspectiefnota 2019 (bij de jaarrekening 2018) zijn deze effecten financieel verwerkt.
Beheersmaatregel
Grondexploitaties worden zowel bij de slotrapportage als bij de jaarrekening geactualiseerd en er wordt strak gemonitord op de voortgang en financiële stand van zaken. Indien tussentijds substantiële wijzigingen voordoen, worden deze indien nodig aan de gemeenteraad voorgelegd ter besluitvorming. Woningbouwprognoses worden periodiek bijgesteld. Ook zijn de parameters voor opbrengst- en kostenstijging voor de periode 2018-2033 aangepast. In juni 2016 is de woonvisie 2016-2021 vastgesteld met een indicatief woningbouwprogramma van 250 woningen per jaar. Als specifieke risico maatregel is op advies van de accountant een verliesvoorziening van de opbrengsten na 2029 binnen de grondexploitatie Poort van Dronten fase1 gevormd.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
Nee, in 2018 is de grondexploitatie Heuvelpark afgesloten met een positief resultaat van bijna 1,9 miljoen. Daarnaast is in verband met gewijzigde regelgeving conform de POC methode een tussentijdse winstneming verwerkt in 2017 van € 18,2 miljoen en voor 2018 € 2,4 miljoen. Het resultaat zal wordt toegevoegd aan de algemene reserve AD.
Risico krapte op de arbeidsmarkt - nieuw-
Toelichting
De schaarste van personeel neemt de komende periode op de arbeidsmarkt toe. Tegelijkertijd vergrijzen wij als organisatie. In bepaalde beroepsgroepen neemt daardoor het risico toe dat we geen goed gekwalificeerd personeel hebben of binnen kunnen houden.
Dit kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van het werk en verhoging van de werkdruk. Het financiële gevolg heeft betrekking op hogere kosten omdat vacatures niet worden ingevuld en er meer (en duurder) moet worden ingehuurd. Dit risico wordt ingeschat op basis van verwachte uitstroom in de komende jaren en een percentage van de functies die als moeilijk invulbaar worden ingeschat. Daarmee komen we op een financieel gevolg van 300.000 euro (hogere inhuurkosten op gemiddeld 5 vacatures per jaar). Het gaat om een risico dat afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt een aantal jaren kan voortduren.
Beheersmaatregel
Er worden trainee-trajecten ingezet om jongeren binnen te halen. Met betere opleiding- en ontwikkelmogelijkheden willen we medewerkers binden en boeien. Verder wordt nagedacht over anders werven, bijvoorbeeld door het aanstellen van een recruiter in samenwerking met andere gemeenten als pilot in 2019 om hier ervaring mee op te doen.
Risico ICT-kosten
Toelichting
Op het gebied van ICT gaan de ontwikkelingen snel en worden steeds hogere eisen gesteld. Het risico blijft aanwezig dat de komende jaren zowel incidenteel als structureel hogere kosten ICT noodzakelijk zijn. De te verwachten hogere lasten voor 2019 in verband met de aanbesteding zijn in deze begroting verwerkt. Naast financiële risico's speelt bij ICT ook het risico informatieveiligheid.
Beheersmaatregel
De teammanager IMF (Informatiemanagement en Facilitair) is verantwoordelijk voor beheersing van de ICT en Facilitaire budgetten. Er is een ICT-adviesgroep (de IV-Raad) ingesteld die zich richt op de prioritering van IMF. In 2017 is een nieuw meerjarig informatiebeleidsplan vastgesteld voor 2017-2021.
Het informatieveiligheidsbeleid is in 2014 door het college vastgesteld. In december 2015 is het informatieveiligheidsplan vastgesteld, waarmee invulling wordt gegeven aan het borgen van informatieveiligheid vanuit de risicoscan die in 2015 is uitgevoerd.
Heeft het risico zich in 2018 voorgedaan
Nee, we zijn binnen de budgetten gebleven en zoals aangegeven zijn de structurele lasten meegenomen in de begroting. Daarnaast zijn in relatie tot de informatieveiligheid geen noemenswaardige incidenten gebeurd.
Toereikendheid Voorziening Afvalstoffenheffing - nieuw-
Toelichting
In 2019 zal het proces van de implementatie van omgekeerd inzamelen worden afgerond. Bij een gelijkblijvend (geïndexeerd) tarief bestaat de kans dat de kostendekkendheid van 100% niet meer kan worden gehaald. Dit effect zal dan met de Voorziening worden verrekend waardoor de opgebouwde voorziening verder afneemt. Hierdoor zal er dan waarschijnlijk geen ruimte meer zijn om een korting te verlenen.
Beheersmaatregel
Als de Voorziening onder het bodembedrag komt zal dit vanuit de Algemene Reserve worden aangevuld.
Benodigde versus beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde versus beschikbare weerstandscapaciteit
Op basis van de risicoanalyse is het risicoprofiel voor 2018 berekend op € 11,0 miljoen voor alle bekende risico's. Om dat op te vangen, is incidentele weerstandscapaciteit benodigd.
Er is € 66,1 miljoen aan incidentele weerstandscapaciteit beschikbaar. Dat is ruim voldoende om de risico’s incidenteel te kunnen opvangen.
In de volgende tabel is de "ratio weerstandsvermogen" berekend:
Ratio weerstandsvermogen | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Begroot 2018 | Realisatie 2018 |
---|---|---|---|---|
Risicoprofiel (= benodigde weerstandscapaciteit) | 11.900.000 | 13.735.000 | 12.400.000 | 11.005.000 |
Weerstand (= beschikbare weerstandscapaciteit) | 61.677.151 | 79.809.039 | 59.113.000 | 66.134.021 |
Ratio weerstandsvermogen* | 5,2 | 5,8 | 4,8 | 6,0 |
Waardering ratio weerstandscapaciteit | Uitstekend | Uitstekend | Uitstekend | Uitstekend |
* Ratio Weerstandsvermogen = risicoprofiel gedeeld door weerstand in % |
Voor de beoordeling van de ratio weerstandsvermogen wordt gebruik gemaakt van de waarderingstabel die het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) en de Universiteit Twente samen hebben opgesteld. De ratio weerstandsvermogen komt voor Dronten ruim boven de 2. Dat betekent dat de gemeente Dronten over een vermogenspositie beschikt die als uitstekend wordt beoordeeld om de financiële risico’s éénmalig af te dekken.
Ratio Weerstandsvermogen | Waardering |
---|---|
> 2,0 | Uitstekend |
1,4 < x < 2,0 | Ruim voldoende |
1,0 < x < 1,4 | Voldoende |
0,8 < x < 1,0 | Matig |
0.6 < x < 0,8 | Onvoldoende |
< 0,6 | Ruim Onvoldoende |
Algemene conclusie weerstandsvermogen van de gemeente Dronten
- Het is moeilijk om risico’s te kwantificeren in realiteitszin, tijd en geld. Met de aanpak conform de nota Risicomanagement is hier verbetering in aangebracht;
- Er is een uitstekende buffer aanwezig voor het opvangen van de financiële gevolgen van éénmalige tegenvallers;
- Er is, evenals voorgaande jaren, geen buffer aanwezig voor het opvangen van tegenvallers met structurele financiële gevolgen. Bij structurele risico’s gaan we ervan uit dat binnen drie jaar maatregelen worden getroffen om de gevolgen binnen de begroting op te vangen. Het weerstandsvermogen is voldoende om de risico's drie jaar af te dekken.
Kengetallen
Kengetallen
Onderstaand treft u de kengetallen aan die wij in het kader van het BBV (artikel 11) moeten opnemen.
Daarnaast zijn met de provincie in het kader van het Convenant Interbestuurlijk Toezicht (IBT) ook afspraken gemaakt over het opnemen van bepaalde kengetallen in de P&C-documenten. Interbestuurlijk toezicht is een wettelijke taak van de provincie waarbij zij toezicht houdt op de taakuitoefening door gemeenten. Het wettelijke uitgangspunt is dat de provincie voor alle beleidsterreinen de toezichthouder op gemeenten is met uitzondering van de terreinen waarop de provincie geen taken heeft. Het specifiek toezicht vormt hierop een uitzondering, waarbij met name het financieel toezicht integraal, op alle gemeentelijke domeinen, van toepassing is.
In samenspraak met de provincie is afgesproken dat in de P&C-documenten ten aanzien van het onderdeel financiën ingegaan wordt op de volgende onderdelen: sluitende meerjarenbegroting, weerstandsvermogen, materieel evenwicht (structurele baten zijn in evenwicht met de structurele lasten) en de schuldpositie. Zie hiervoor ook bijlage Financiële positie/ structureel evenwicht.
Verloop kengetallen
Kengetallen | Realisatie 2016 | Begroting 2017 | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | Realisatie 2018 |
---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | -/- 23% | -/- 18% | -/- 23% | -/- 29% | -/- 26% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | -/- 26% | -/- 33% | -/- 28% | -/- 23% | -/- 30% |
Solvabiliteitsratio | 76% | 75% | 93% | 68% | 80% |
Structurele exploitatieruimte | 3,0% | 2,1% | 2,0% | 2,0% | 2,0% |
Grondexploitatie | 15% | 29% | 26% | 25% | 26% |
Belastingcapaciteit | 95% | 98% | 92% | 95% | 100% |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft de hoogte van de schuld aan ten opzichte van de jaarlijkse omzet, de baten. Als de quote heel hoog is, dan betekent dat er relatief veel schuld is en dat rente en aflossing een belangrijk deel van de inkomsten opslokken. De norm ligt op 80% met een door de VNG geadviseerd maximum van 130%.
Dronten heeft netto geen schuld. We zijn nog ver af van de grenzen die door de VNG zijn aangegeven.
Er is nog een tweede kengetal voor de netto schuldquote die we formeel volgens de BBV ook moeten vermelden. Dit is de netto schuldquote gecorrigeerd min de verstrekte leningen.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio is de verhouding tussen de schulden en het totale vermogen. Solvabiliteit wordt ook vaak in het bedrijfsleven gebruikt. Het geeft aan in hoeverre de organisatie in staat is om schulden ook op langere termijn te voldoen.
De structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.
Het aandeel van de waarde van de grondexploitatie op de totale balanswaarde
De grondexploitaties hebben veel invloed op de ontwikkeling van de financiële resultaten. Gemeenten met een relatief grote grondpositie hebben ook een relatief groot financieel risico. Ook hiervoor zijn normen ontwikkeld waarbij de totale boekwaarde van de grondvoorraad bij voorkeur niet groter mag zijn dan 20%.
Het advies is om in elk geval niet boven de 35% uit te komen.
De belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft aan in hoeverre de woonlasten binnen een gemeente hoger of lager zijn dan de gemiddelde woonlasten. In de paragraaf lokale heffingen is aangegeven dat de woonlasten in 2018 € 631 bedragen. We zijn hierbij uitgegaan van een woningwaarde van € 178.000.
Normering kengetallen
Het belang van financiële kengetallen is drieledig: naast inzicht in de financiële positie en vergelijkbaarheid hebben kengetallen een signaalfunctie. Het Rijk heeft aan de verplichte financiële kengetallen geen normen verbonden. De VNG adviseert de kengetallen te relateren aan bijvoorbeeld signaleringswaarden die voor stresstesten gelden. Deze testen geven ook informatie over de financiële positie. Onderstaand de signaleringswaarden per kengetal:
Signaleringswaarden kengetallen | Categorie | Categorie | Categorie |
---|---|---|---|
A. Minste risico | B. Gemiddeld risico | B. Meeste risico | |
Netto schuldquote | < 90% | 90% - 130% | > 130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | |||
Solvabiliteitsratio | > 50% | 20% - 50% | < 20% |
Structurele exploitatieruimte | Begr > 0% | Begr = 0% | Begr < 0% |
Grondexploitatie | < 20% | 20% - 35% | > 35% |
Belastingcapaciteit | < 95% | 95% - 105% | > 105% |
Interbestuurlijk toezicht (IBT)
Interbestuurlijk toezicht (IBT)
Inleiding
Interbestuurlijk toezicht is een wettelijke taak van de provincie waarbij zij toezicht houdt op de taakuitoefening door gemeenten. Het wettelijke uitgangspunt is dat de provincie voor alle beleidsterreinen de toezichthouder op gemeenten is met uitzondering van de terreinen waarop de provincie geen taken heeft. Het specifiek toezicht vormt hierop een uitzondering, waarbij met name het financieel toezicht integraal, op alle gemeentelijke domeinen, van toepassing is.
Provincie en gemeenten zullen zich inspannen om op basis van transparantie, begrip en vertrouwen te komen tot een effectieve en efficiënte wijze van interbestuurlijk toezicht. Door het optimaliseren van het zelfregulerend vermogen van de gemeente en de versterking van controle door de gemeenteraden kan de provincie terughoudend met het toezicht omgaan. In de bestuursovereenkomst hebben partijen binnen Flevoland de uitgangspunten vastgelegd voor de vernieuwde interbestuurlijke verhoudingen en de wijze waarop zij met elkaar wensen om te gaan. Het Rijk blijft toezichthouder voor de gemeenten op die terreinen, waar provincies geen taak en expertise hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijswetten en sociale zaken.
Toezichtgebieden
Het college van B&W moet op een zestal beleidsthema's voldoen aan een aantal wettelijke afspraken. In deze paragraaf staan we stil bij deze zes thema's en in hoeverre we per thema aan de wettelijke afspraken hebben voldaan. Dit wordt aangegeven met "terugblik".
Het IBT betreft de onderstaande toezichtgebieden:
1. Financiën
Algemeen
In samenspraak met de provincie is afgesproken dat in de paragraaf IBT ten aanzien van het onderdeel financiën ingegaan wordt op de volgende onderdelen: sluitende meerjarenbegroting, weerstandsvermogen, materieel evenwicht (structurele baten zijn in evenwicht met de structurele lasten) en de schuldpositie.
Terugblik
De gemeente Dronten heeft een separate hoofdstuk in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing opgenomen. Het aanbieden van deze jaarrekening behoort tot één van de wettelijke taken op het gebied van financiën. De jaarrekening dient altijd voorzien te zijn van een accountantsverklaring.
Dronten viel, met inachtneming van art. 203 van de Gemeentewet vanaf begroting 2016 onder repressief toezicht van de provincie met de kleur groen. Dit toezichtregime zal ook in begroting 2018 worden gecontinueerd.
2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Bouwen en Milieu)
Algemeen
Bescherming van mens en natuur tegen schade en gevaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor uitvoering van toezicht en handhaving en deugdelijke kwaliteit van het nalevingstoezicht.
Terugblik
In kader van het IBT wordt jaarlijks een verslag Vergunningen en Handhaving (VH) opgesteld. Het Verslag VH over de jaren 2016 en 2017 is een gecombineerd verslag over de beide jaren, gelijktijdig met evaluatie van het Programma VH 2015-2018, dat werd bijgesteld voor het lopende jaar 2018. Het Verslag VH 2016 en 2017 en het geactualiseerde Programma VH 2015-2018 werd in mei 2018 aan de raad aangeboden. Het Verslag VH 2018 is in mei 2019 aan de raad aangeboden om met instemming kennis van te nemen. Voor de inhoud verwijzen wij u naar het desbetreffende rapport, gezien de veelheid van speerpunten. De belangrijkste conclusie is dat de uitvoering van de meeste speerpunten redelijk goed op orde is. Op de ambitieuze planning mag dit een goede score worden genoemd.
3. Ruimtelijke ordening
Algemeen
De gemeenteraad stelt, ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer structuurvisies en bestemmingsplannen vast.
Terugblik
In kader van het IBT wordt jaarlijks een verslag Ruimtelijke ordening opgesteld. Het Verslag RO over het jaar 2018 is in mei 2019 aan de raad aangeboden. Voor de inhoud verwijzen wij u naar het desbetreffende verslag.
Bestemmingsplannen:
Voor het gehele grondgebied van de gemeente zijn bestemmingsplannen vastgesteld. Voor het overgrote deel zijn dit ook actuele bestemmingsplannen (< 10 jaar oud). De meeste (delen van) bestemmingsplannen die ouder zijn dan 10 jaar, worden opgenomen in hernieuwde bestemmingsplannen die in voorbereiding zijn (zoals bestemmingsplan Woongebieden). Voor enkele andere oude bestemmingsplannen geldt dat ze nog van toepassing zijn op kleine gebiedjes, die bij de actualisatieslag tussen wal en schip zijn gevallen (hierbij moet gedacht worden aan bermen, sloten, wegen) en waar niet direct ontwikkelingen te verwachten zijn. Deze wijzigingen worden bij eerstvolgende herziening van de aangrenzende bestemmingsplannen meegenomen. Overigens is de actualiseringsplicht formeel vervallen per 1 juli 2018 (met het oog op de voorbereiding op de Omgevingswet), mits de bestemmingsplannen elektronisch raadpleegbaar zijn. Dit is het geval voor de plannen in de gemeente Dronten op www.ruimtelijkeplannen.nl.
Structuurvisie:
De gemeente beschikt voor het hele grondgebied over een actuele structuurvisie 'Dronten 2030' en voor het Hanzekwartier is dit de structuurvisie 'Hanzekwartier'. Ook het Regioplan Windenergie Zuidelijk en Oostelijk Flevoland is een (sectorale) structuurvisie conform de Wro.
4. Huisvesting vergunninghouders
Algemeen
Gemeenten geven uitvoering aan de wettelijke taak om verblijfsgerechtigden tijdig te huisvesten. Het aantal wordt door het Rijk in de halfjaarlijkse taakstelling bepaald. Tijdig betekent binnen twaalf weken nadat verblijfsgerechtigde aan een gemeente is verbonden.
Terugblik
In het kader van IBT legt de gemeente met de ‘rapportage halfjaarlijks toezichtverslag realisatie taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigden gemeente’ elk half jaar verantwoording af aan de provincie over de mate waarin de taakstelling is gerealiseerd. Deze rapporten zijn 25 juli 2018 en 30 januari 2019 aan de raad toegezonden. Uit deze rapportages blijkt dat de gemeente aan haar taakstelling heeft voldaan. Dit is op 20 februari 2019 bevestigt door de provincie middels een brief. Aangezien we de taak ten aanzien van huisvesting adequaat hebben uitgevoerd blijft de intensiteit van het provinciaal toezicht laag.
5. Archiefwet
Algemeen
Het doel van het toezicht op archief- en informatiebeheer is om bij gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen te komen tot een betrouwbare informatievoorziening.
Terugblik
In kader van het IBT en volgens de Archiefwet wordt jaarlijks een verslag van de Archief KPI's opgesteld door de gemeentearchivaris. Het verslag over 2017 is in april 2018 ontvangen, en aangeboden aan het college, de raad en de provincie. Naar aanleiding van de actiepunten voortkomend uit dit verslag, is in 2018 het volgende bereikt:
- De Archiefverordening is geactualiseerd, en door de raad vastgesteld;
- Een geactualiseerd Besluit Informatiebeheer is door het college vastgesteld;
- Achterstanden in vernietiging van archiefbescheiden zijn volledig ingelopen;
- De verklaring van vervreemding inzake brondocumenten van Niet Ingezetenen (nog uit 2014), is door het college vastgesteld;
- Het Handboek Vervanging voor zaaksysteem Mozard is vastgesteld;
Dit betreft actiepunten uit 2017 die dus in 2018 zijn gerealiseerd. De verantwoording over 2018 loopt op dit moment. Deze zal naar verwachting in juni van dit jaar zijn afgerond.
6. Monumenten en archeologie
Algemeen
Ten aanzien van Rijksmonumenten (beschermd stads/dorpsgezicht) en Archeologie is er toezicht op gemeentelijke ruimtelijke plannen en op vergunningverlening en handhaving.
Terugblik
Voor het onderwerp “monumenten en archeologie” is afgesproken dat de gemeenten tweejaarlijks toezichtinformatie aan de provincie verstrekken in de vorm van de Monitor Erfgoedinspectie die iedere twee jaar door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt uitgebracht. Het ministerie stelt de Monitor Erfgoedinspectie op aan de hand van de gegevens die door de gemeenten worden aangeleverd. Het deel “monumenten en archeologie gemeente Dronten” van de Monitor Erfgoedinspectie 2017-2018 is in oktober 2018 bij de provincie ingediend.